In de herfst vormt aquaplaning weer een constante bedreiging. Als het water zich ophoopt op de weg en de banden “zweven”, raakt de bestuurder snel in paniek. Hier leest u wat u kunt doen om bij hevige regen de controle over uw auto te behouden.
Hoe ontstaat aquaplaning?
Aquaplaning is een fenomeen dat optreedt op nat wegdek: het voertuig verliest het contact tussen de banden en de grond en is tijdelijk niet meer controleerbaar. Dit komt doordat er door de verhoogde waterstand een soort boeggolf voor de band ontstaat, die niet snel genoeg weg kan stromen. Ook de loopvlakgroeven van de band vullen zich volledig met water; er is geen “grip” meer en zelfs ESP en ABS falen in zo’n situatie.
Waar komt aquaplaning voor?
Om automobilisten te beschermen tegen aquaplaning, wordt bij de aanleg van autosnelwegen en rijkswegen er doorgaans voor gezorgd dat het water op de rijbaan zo snel mogelijk kan weglopen. Er zijn echter typische plekken waar snel aquaplaning kan optreden, zoals onderdoorgangen waar water zich gemakkelijk kan ophopen. Bochten kunnen ook gevaarlijk zijn als er zich water in verzamelt. Ook op zeer brede wegen zoals snelwegen met meerdere rijstroken is voorzichtigheid geboden. Het water heeft hier bijzonder veel tijd nodig voordat het kan weglopen. Een ander gevaar zijn wegen die direct langs rots- of berghellingen lopen: bij hevige regen vormen deze een soort waterweg naar het dal.
Tip 1: Controleer profieldiepte en bandenspanning
Een preventieve maatregel tegen aquaplaning is het regelmatig controleren van de banden. De loopvlakgroeven van een band dienen onder andere om water op het wegdek op te nemen en zo contact te maken tussen het bandrubber en het wegdek. Als de profieldiepte te ondiep is, heeft het water minder ruimte – aquaplaning treedt sneller op. Zorg er daarom voor dat uw banden voldoende profieldiepte hebben. De voorgeschreven minimale profieldiepte van 4 mm is een absoluut minimum; al hier moet u rekening houden met een aanzienlijk slechtere bandengrip.
Ook de bandenspanning speelt een rol bij het risico op aquaplaning. Lichtere banden drijven gemakkelijker, wat aquaplaning bevordert. Regelmatige bandenspanningscontroles zijn daarom essentieel om te beschermen tegen aquaplaning.
Tip 2: Vertraag
Hoe hoger de snelheid waarmee een auto over de natte weg rijdt, hoe groter het risico op aquaplaning. Uitgewezen is dat bij een waterdiepte van 7 mm en een profieldiepte van 8 mm aquaplaning al optreedt bij snelheden van 75 tot 85 km/u. Aangezien er maar heel weinig voertuigen met nieuwe 8 mm-banden rijden en het waterpeil op sommige plaatsen gemakkelijk boven de 7 mm kan stijgen, moet u bij hevige regen uw snelheid ruim onder de 80 km/u houden. Uiteraard moet u ook de rijsnelheid aanpassen aan de zichtomstandigheden en moet u voldoende afstand tot de voorligger aanhouden.
Tip 3: Rij voorzichtig
Pas op voor de eerste tekenen van aquaplaning: u ziet lage, zwarte wolken in de lucht en de eerste dikke regendruppels kletteren op uw voorruit? Wacht niet tot het band-op-wegcontact verdwijnt, maar rem onmiddellijk bij hevige regen. Watergeluiden en de hoorbare verandering in motortoerental kondigen ook aquaplaning aan. U moet vooral voorzichtig zijn op plaatsen waar water zich gemakkelijk ophoopt en aquaplaning daarom snel kan optreden. Dit is bijvoorbeeld het geval in tunnels, bochten en op zeer brede straten.
Tip 4: Correct gedrag bij aquaplaning
Als het stuur wiebelt en de auto plotseling niet meer reageert op richtingsveranderingen en remmen, heeft u al last van aquaplaning. Nu is het tijd om correct te reageren: Houd altijd beide handen aan het stuur. U moet afzien van remmen en sturen, omdat de banden toch gaan drijven. Als het voertuig echter weer contact met de weg krijgt, kunnen stilstaande of verdraaide banden u snel doen slippen. Rem daarom absoluut niet, zodat de waterfilm tussen de banden en de weg langzaam kan verdwijnen.
Bronnen: