Eind 2020 was het al duidelijk dat de mobiliteit door Corona was veranderd. Meer individueel vervoer met minder mobiliteit in het algemeen – dit zal na de crisis waarschijnlijk nog steeds het geval zijn.
Corona en mobiliteit – angst voor besmetting
Tijdens de coronacrisis is het aantal check-ins in het openbaar vervoer tot 90 procent per dag afgenomen vergeleken met een jaar eerder. Op 7 juli was het aantal check-ins ongeveer de helft van het aantal op een vergelijkbare dinsdag in 2019. Dit was de eerste dinsdag waarop men weer met het ov reisde.
Sinds corona werken Nederlanders massaal thuis. Het effect hiervan: rustige wegen en nauwelijks files. Aan de andere kant steeg het aantal forse snelheidsovertredingen waarbij de politie zelfs rijbewijzen heeft ingevorderd.
In de periode voor 15 maart 2020 bedroeg de gemiddelde afstand die men per dag afgelegde 42 km. Nadat de maatregelen waren afgekondigd, daalt dit naar 28 km per dag. Dit is een daling van 35%.
Geen verrassing. Maar wat betekent het?
Mobiliteit en Corona: hoe ziet het dagelijkse vervoer eruit?
Achter het stuur van een personenauto werden 27,9 miljard (26 procent) minder kilometers afgelegd dan in 2019. Het aantal kilometers op de passagiersstoel daalde met 13,2 miljard (34 procent).
Het aantal reizigerskilometers met de trein daalde met 14,4 miljard kilometer (60 procent). Wat ook daalde was het aantal kilometers dat men reisde met bus, tram en metro: met 54 procent.
Ook de op een fiets afgelegde afstand nam af, van 17,6 miljard kilometer in 2019 naar 15,4 miljard kilometer in 2020 (bijna 13 procent).
Lopend werd 6,6 miljard kilometer afgelegd, bijna 1,5 miljard (29 procent) meer dan in 2019.
De mobiliteit in het dagelijks leven is dus afgenomen, althans wat de straal betreft. De frequentie van de verplaatsingen buitenshuis veranderde ook, maar niet zo sterk.
Andere aspecten van mobiliteit
Minder mensen rijden naar het werk, velen werken thuis.
De vrijwillig gekozen of officieel opgelegde beperkingen van de mobiliteit waren voor bijna één op de vijf mensen een last.
Ruwweg één op de vijf respondenten maakt in 2020 geen gebruik meer van het openbaar vervoer.
Ongeveer een vijfde van de ondervraagden verklaarde dat zij ook na de crisis nog veel verplaatsingen te voet zouden maken.
Vóór de crisis ging 66 procent van de respondenten naar het werk of naar een opleiding. Op het moment van de enquête was dat slechts 48 procent. Bij de eerste lockdown in maart/april 2020 was dat daarentegen 32 procent. En iets anders viel op: Bij de eerste lockdown reisden twee op de vijf mensen helemaal niet meer naar hun werk of opleiding. Ook deed 64 procent van de mensen tijdens de sluitingen op één of hooguit twee dagen per week boodschappen, tegen 40 procent vóór de Corona-crisis. Het openbaar vervoer vermeed men meestal, uit angst voor besmetting. Gevolgd door “overbezetting in het vervoer” en “werken in een kantoor aan huis” als andere redenen.
Auto instorting in de steden?
De vraag wordt vaak gesteld of de veranderde mobiliteit de verkeerssituatie heeft veranderd, vooral in de steden. Er was sprake van instortende auto’s, verkeersopstoppingen door de toename van het verkeer. Tegelijkertijd wordt verondersteld dat het omgekeerde het geval is als gevolg van de verminderde mobiliteit. Wat was het geval in 2020?
Noch het een, noch het ander kwam over de hele linie voor. De luchtkwaliteit verbeterde enigszins tijdens de eerste lockdown, keerde terug naar normaal in de zomer en bleef bijna onveranderd tijdens de tweede lockdown. Er waren wel files, maar minder dan normaal. Tegelijkertijd werden scholen tijdens de sluitingsperiodes gesloten en stuurden bedrijven hun personeel naar hun thuiskantoren of sloten zij hun deuren volledig.
Verkeersomslag versneld door Corona?
Veel steden reageerden op de verandering in mobiliteit tijdens de twee lockdowns van 2020 in veel Europese steden met pop-up fietspaden en soortgelijke maatregelen. Zo kwam men tot de schatting dat de pop-paden tussen maart en juli 2020 tussen 11 en 48 procent extra fietsverkeer hebben opgeleverd. Verder becijferde men dat de nieuwe infrastructuur op jaarbasis tussen de 1 en 7 miljard en gezondheidswinst hebben opgeleverd.
Campers en kampeerauto’s genoten plotseling een enorme populariteit, de lange-afstandsfietsroutes en de fietspaden als geheel werden zeer goed gebruikt. Is dat genoeg om het verkeer sneller te laten veranderen?
Volgens Van Eijck (RAI Vereniging voorzitter) bevestigt het reizigersonderzoek door Maurice de Hond enerzijds dat mensen momenteel massaal thuiswerken en dat een deel dit in de toekomst ook blijft doen. In potentie levert dit een besparing op van ruim 0,4 megaton CO2 per jaar en 10 procent minder autoverkeer. Anderzijds wijst het onderzoek uit dat er een groeiende behoefte is aan meer individueel vervoer, zoals de auto en fiets. Volgens Van Eijck moeten we leren van de crisis en vol blijven inzetten op de ontwikkeling van een meer flexibel en duurzaam mobiliteitsbeleid.
Bronnen:
https://www.cbs.nl/nl-nl/dossier/cbs-cijfers-coronacrisis/hoe-beinvloedt-corona-onze-mobiliteit-
https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2021/26/bijna-een-derde-minder-kilometers-afgelegd-in-2020
https://www.anwb.nl/verzekeringen/autoverzekering/veilig-rijden/rijgedrag-tijdens-corona