Vandaag beantwoordt André de belangrijkste vragen over de baan van automonteur.
“Voor wie zou een zijwaartse intrede als automonteur denkbaar zijn?”
“Ik heb u al verteld op welke gebieden automonteurs kunnen werken – mits zij natuurlijk opgeleid zijn of bijscholing volgen. Er zijn een heleboel dingen te doen aan auto’s in garages. Tegenwoordig wordt het zo’n beetje allemaal gedaan door automonteurs zoals ik, maar er zijn ook auto slotenmakers, speciale service monteurs. Je kunt als automonteur ook een wagenpark onderhouden, een tuning-atelier openen, maar ook in de detailhandel en klantenservice van een autobedrijf werken.”
“(…) Bijvoorbeeld om snel banden te wisselen en olie te verversen en voorruitreparaties?”
“Ja, je kunt het je min of meer zo voorstellen. En dan zijn er nog adviseurs en extra elektronicatechnici op het gebied van motorvoertuigen. Ik kan alleen spreken over de stages die ik heb gevolgd, maar hoe langer je ergens werkt, hoe meer taken je op je neemt. Je kopieert elkaars in alles en je wordt overal inzetbaar.”
“Wat bedoel je overal? Welke gebieden zijn er? Onze lezers willen graag weten wat de grote verschillen zijn, als die er zijn.”
“Afdelingen zoals in een corporatie vind je in ieder geval niet in garages die ik ken. Eigenlijk staat een auto op een podium en alles wat daar gedaan kan worden, wordt gedaan. Maar er is een reparatiegebied, dit is ook waar inspecties meestal worden gedaan. Tegenwoordig betekent dat uitleesapparatuur en testbanken. Dan is er meestal wel ruimte voor een snelle bandenwissel, want eerlijk gezegd levert dat snel geld op voor weinig moeite. Sommige collega’s waren gespecialiseerd in het herstellen van auto’s die bij een ongeval betrokken waren geweest. Dan zijn er nog extra spuitcabines bij sommige bedrijven en natuurlijk moet er laswerk worden verricht. ”
“Dank je wel André! Nu het onderhoudende deel dat je ons in het begin beloofde. Wat zijn je ervaringen met de lieve klanten?”
“Zonder klanten, is er geen werk. Allereerst is er de routine, natuurlijk. Vooral met veel inloopklanten komt hetzelfde werk steeds weer binnen, dag in dag uit. En de uitdaging is om altijd aardig te blijven – en net als een dokter, elke klant en zijn auto serieus te nemen! Dan is er vaak nog het kantoorwerk, het schrijven van facturen en soms zelfs het zelf innen van het geld. Dus praten over koetjes en kalfjes is aan de orde van de dag. Je moet ook een zakenman en een verkoper zijn.(…)”
[…] En ze hebben te maken met klachten…”
“Ja, ze komen. En zelfs voordat er iets mis is – wat nooit zou mogen gebeuren, want je bent echt verantwoordelijk voor het leven van mensen als je aan auto’s werkt – zijn er zeker mensen die denken dat zij hun auto’s beter kennen. Ik ben vaak in de verleiding geweest om ze te vragen waarom ze het niet gewoon zelf doen. Maar geen denken aan. Altijd glimlachen. Maar de meesten van hen zijn dankbaar en aardig. Vaak maken ze heel leuke kennissen en dat maakt het dagelijks leven leuker. Als je dat leuk vindt. Sommige van mijn collega’s sluiten zich liever op achterin de garage en verstoppen zich voor de klanten. Ieder zijn meug.”
“Hoe ziet de dienst er eigenlijk uit? Moet je formeel met hen zijn? Is het casual? Loop je rond in een overall?
“Als ik werk, draag ik werkkleding. Alleen al om veiligheidsredenen. En dan doe ik al mijn werk in die kleren. Daarom is het belangrijk ervoor te zorgen dat de kleren zo netjes mogelijk zijn en goed ruiken. Het hele uiterlijk moet altijd passen bij de omgeving. Als je bij een bepaald merk bent, moet je de filosofie ervan belichamen. Het is makkelijk omdat de klantenkring dat weerspiegelt. Ik bedoel, de klantenkring die terreinwagens koopt is anders dan de klantenkring die hun auto laat chiptunen. Ik mag geen merken noemen, maar ik denk dat het duidelijk is wat ik bedoel. Eigenlijk moet je altijd in gedachten houden dat de auto echt het lievelingskind van de eigenaar is. Als je kind en ouders dienovereenkomstig behandelt, zul je succesvol zijn.”
“Dit is een mooie conclusie, die ik graag zo wil laten. Er was veel nuttige informatie voor al degenen die overwegen automonteur te worden en voor degenen die gewoon wilden weten hoe het er in een garage echt aan toe gaat. Maar ik sta mezelf een laatste vraag toe: wil je mij en onze lezers vertellen wat je grootste fout op het werk is?”
“Echt? Het is net een sollicitatiegesprek. Een fout van mij, net als van de meeste gepassioneerde hobby-sleutelaars, is perfectie. Klinkt niet als een vergissing, en eigenlijk is het dat ook niet. Maar het kan echt oneconomisch zijn. En de wil om dingen opnieuw te repareren is dom als je nieuwe onderdelen zou moeten of kunnen verkopen. Dit zijn allebei beslist dingen die, in flagrante mate, alleen in je eigen hobby-werkplaats thuishoren.”
“Dank je, André! Tot gauw.”
“Tot je dienst!”