Nieuwjaar

Geen resultaten gevonden voor de zoekaanvraag

Sorry, er zijn geen resultaten gevonden voor uw zoekopdracht.

Neem contact met ons op

Hulp nodig bij het vinden van een product?

Bel: (+31) 85 66 66 766

Hulplijn open: ma-vr 8-20, du & en gesproken

Gebruik de chatroom: Begin een gesprek

Welke ontstekingssystemen zijn er?

Benzine-motoren, d.w.z. verbrandingsmotoren die worden aangedreven door gewone benzine en super, hebben een ontstekingsvonk nodig. Dit wordt gegenereerd door de bougie. De benodigde stroom wordt via de ontstekingskabel van de bobine naar de bougie overgebracht.

Sinds de jaren negentig zijn er al aanzienlijke vorderingen gemaakt op het gebied van ontstekingssystemen. Bij oudere voertuigen van deze tijd zijn velen nog bekend met de conventionele, cilindrische bobines en de (mechanische) ontstekingsverdeler. Dit principe werd vervangen door volledig elektronische ontstekingsmodules, en later kwamen de volledig elektronische semi-directe ontsteking en de bobine met dubbele vonk. Deze laatste bevinden zich meestal onder het deksel in de cilinderkop, direct tussen de ontstekingskabels. Een bobine zorgt altijd voor twee bougies.

Van welke materialen zijn bougiekabels gemaakt en zijn er andere componenten?

In het verleden werden de ontstekingskabels gewoon omhuld met PVC-isolatie. De temperaturen op motoren zijn tegenwoordig echter aanzienlijk hoger dan in het verleden (het verkleinen van motoren heeft turboladers essentieel gemaakt, wat leidt tot een efficiëntere en dus warmere verbranding). Eén van de eerste autofabrikanten die dit te laat inzagen, waren de eerste modellen van Mercedes, die in de jaren negentig op de markt kwamen. De temperaturen bij de motoren waren toen al zo hoog dat pas jaren later de eerste motorbedradingsbundels met PVC-mantel letterlijk afbrokkelden en regeleenheden vernield werden door kortsluiting. Daarom gebruikt Mercedes bijvoorbeeld al sinds het midden van de jaren negentig siliconenisolatie. Deze zijn veilig tot 220 graden.

Zelfs moderne bougiekabels hebben nu een siliconenmantel. Deze omhulling moet ook veilig zijn tegen nog hogere stromen. Er stroomt tot 40.000 volt door moderne ontstekingssystemen en de ontstekingskabels moeten dienovereenkomstig lekvrij zijn. Tegenwoordig, nog meer dan vroeger, is het belangrijk om de ontstekingskabel van een draaiende motor niet aan te raken: er is acuut levensgevaar! De bougiekabels zelf zijn gemaakt van verschillende materialen zoals koper of aluminium.

Hoe controleert u de kabel?

Een eerste controle is de visuele inspectie van de ontstekingskabels. Beknelde kabels of opgeblazen isolatie duiden op schade. Evenzo gebroken (verkruimelde, poreuze) pluggen. De complexe structuur in de ontstekingskabels (weerstand) maakt een verdere visuele inspectie bijna onmogelijk. In plaats daarvan wordt de multimeter gebruikt om te meten. De weerstandsmeting is de cruciale meting.

Hoeveel ohm moeten de bougiekabels hebben?

Hoe hoog de weerstand moet zijn, is niet in algemene termen te zeggen. Dit hangt van tal van factoren af. Vooral de gebruikte weerstanden zijn doorslaggevend. Bovendien definieert elke voertuigfabrikant het tolerantiebereik voor elke motor anders. De weerstand ligt in het kilo-ohm-bereik. Voor bougiekabels met koperen kern ligt de tolerantie tussen 1 en 6,5 kΩ.

Er is ook de blinde en de koolstofweerstand. De weerstand wordt per meter gemeten en vermenigvuldigd met de lengte van de kabel. Er is ook een tolerantiewaarde. Bij een inductieve reactantie ligt de weerstand tussen 2,2 en 8 kΩ liggen. Met koolstofweerstand tussen 10 en 23 kΩ per lopende meter ontstekingskabel.

Is de lengte van de bougiekabels belangrijk?

De lengte van de ontstekingskabel heeft in principe geen invloed. De elektriciteit heeft gemiddeld 3,3 nanoseconden per strekkende meter ontstekingskabel nodig en is dus niet relevant. Bij het meten van de weerstand moet echter rekening worden gehouden met de lengte van de ontstekingskabel.

Wanneer is de ontstekingskabel defect? Hoe vaak moet het worden vervangen?

Als de opgegeven waarden niet meer overeenkomen met de specificaties van de voertuigfabrikant volgens het garagehandboek, moet de kabel uiterlijk worden vervangen. Er zijn echter nog andere zwakke punten, namelijk de contacten op de connectoren, die nat kunnen worden en gaan roesten. Wanneer een ontstekingskabel vervangen moet worden, hangt sterk af van de rijprestaties, de externe omstandigheden en natuurlijk de tijdsduur. In stadsverkeer met stop-and-go-verkeer is er een enorme hitte in de buurt van de ontstekingskabels; voor frequente chauffeurs is de kilometerstand doorslaggevender.

Ontstekingskabels afzonderlijk vervangen?

De bougiekabels moeten altijd worden vervangen als een set bougiekabels. Als een ontstekingsleiding defect is, is het meestal slechts een kwestie van korte tijd voordat de volgende regels "rapporteren". Het is daarom altijd aan te raden om alle bougiekabels te vervangen. Dit komt ook doordat er anders ontstekingskabels worden gebruikt die een andere ader (koper, aluminium) of verschillende weerstanden kunnen hebben.

Wat moet er nog meer worden ingewisseld?

Naast de ontstekingskabels moeten ook de bougies en bobines (bijvoorbeeld in het geval van dubbele bobines) worden vervangen, d.w.z. de gehele opbouw van de ontstekingskabel vanaf het aansluitpunt naar de motorbedrading.

Welke bougiekabels en bougies te gebruiken?

In het verleden moesten de technische waarden van de bougiekabels en bougies overeenkomen. Tegenwoordig zijn er bougies van merken die al dan niet zijn goedgekeurd door de autofabrikant. Voor de bougiekabels mogen alleen merkproducten worden gebruikt, omdat het motormanagement van een modern voertuig even complex als gevoelig is.