Eerste tekenen van een defecte cilinderkoppakking en de vervanging ervan
Het luistert nauw: Taken van de cilinderkop
Vervangen van de distributieriem
De distributieriem vervangen – Op het juiste moment
V-snaar – tijdig vervangen
Geen enkele verbrandingsmotor kan functioneren zonder inlaatkleppen. Daarom zijn de inlaatkleppen, als onderdeel van het zogenaamde motorbesturingssysteem, verantwoordelijk voor diverse functies in verband met de verbrandingsprocessen in de cilinders.
De werking van de inlaatklep wordt geregeld door de nokkenas. Als de motor een onderaan geplaatste nokkenas heeft, brengt de draaiende as zijn kracht over op de inlaatklep via stoterstangen en eventueel een tuimelaar. Bij motoren met een bovenliggende nokkenas wordt de beweging van de nokken min of meer rechtstreeks overgebracht op de inlaatkleppen.
Net als de uitlaatklep zit de inlaatklep bovenin de cilinderkop van een verbrandingsmotor. In wezen bestaat een inlaatklep uit een stang en een klepschotel. De klepschotel past precies in de zogenaamde klepzitting van de cilinderkop. De klepzitting is een ring die de doorgang van de klepsteel van de inlaatpoort naar de verbrandingskamer van de cilinder omgeeft. De ring en de klepzitting vormen een hermetische afdichting met de verbrandingskamer wanneer de klep juist is afgesteld. In de inlaatslag heeft de inlaatklep de taak de verbrandingskamers van de cilinders optimaal te vullen met het desbetreffende mengsel van brandstof en lucht. In de uitlaatslag wordt de inlaatklep gesloten en heeft dan de functie van afdichting van de inlaatpoort naar de verbrandingskamer.
Aangezien een verbrandingsmotor duurzaam moet zijn, zorgen bijzonder resistente materialen voor een bijzonder lange levensduur van de inlaatkleppen. De delen van een inlaatklep die bijzonder aan slijtage onderhevig zijn, zijn daarom gehard, en om de intense druk aan het uiteinde van de klepsteel van een inlaatklep te weerstaan, zijn de uiteinden ervan gemaakt van hardmetaal.
Een te grote speling op de inlaatklep kan dan leiden tot lawaai in de hele kleppentrein, om nog maar te zwijgen van het verlies aan motorvermogen. Als de inlaatklep dan niet is voorzien van een automatisch klepspelingafstellingssysteem, kunt u deze het beste met regelmatige tussenpozen of na intensief gebruik afstellen, tenzij u besluit de kleppen inclusief de klepveren meteen te vervangen.
