- Pusty
- BESCHIKBAARHEID
- Prijs
- Klepsluitingen voor de meest gezochte merken
- Klepsluitingen voor populaire merken
Klepsluitingen voor Fiat
(7 resultaten gevonden)
Het artikel is tijdelijk niet beschikbaar
Het artikel is tijdelijk niet beschikbaar
De klepvergrendeling en haar functie in de klepaandrijving
Bij verbrandingsmotoren met een bovenliggende nokkenas worden de kleppen door de nokkenas geleid. De typische klepaandrijving van elke inlaat- en uitlaatklep bestaat in wezen uit de nok van de nokkenas, de zogenaamde klepstoter, de veerplaat van de klepveer met inbegrip van de klepvergrendeling, de klepveer zelf en de klep. Om de klep te openen, wordt de kracht van de nok eerst overgebracht op de klepstoter, die vervolgens de door de nok gegenereerde druk doorgeeft aan de klepstoter. Daarbij duwt de klepstoter echter niet alleen de klep omlaag, maar drukt hij tegelijkertijd ook de klepveer samen. Hierdoor ontstaat spanning in de klepveer, die wordt gebruikt om de klep te sluiten wanneer de druk van de nok wordt opgeheven. Om de klepveer in zijn positie te houden en ook onder spanning te houden, moet hij zowel naar boven in de richting van de klepstoter en de nokkenas, als naar beneden in de richting van de cilinder stevig worden vastgehouden. In de richting van de cilinder zorgt een groef in de cilinderkop ervoor dat de klepveer goed aansluit. Aan de andere kant van de klepveer bevindt zich een zogenaamde veerschotel, die ervoor zorgt dat de klepveer goed vastzit in de richting van de nokkenas. Aangezien de veerhouder echter niet stevig aan de klepsteel is bevestigd, heeft de houder een mechanisme nodig om hem stevig aan de klepsteel te bevestigen. Enerzijds bestaat dit mechanisme uit een ringvormige groef die in de klepsteel is ingebed. Anderzijds bestaat het uit het klepslot, dat met zijn twee helften in de ringvormige groef kan grijpen en zo de klepschijf stevig vastklemt.
Opmerkingen over de montage
Een klepvergrendeling wordt zwaar belast en kan bijvoorbeeld onder zware belasting breken en dan een ernstig gevaar voor de hele motor worden. Als u de kleppentrein van een motor toch hebt gedemonteerd, b.v. inverband met een reparatie van de cilinderkop, vervanging van de cilinderkoppakking, enz. moet u uit voorzorg ook van de gelegenheid gebruik maken om de klepvergrendeling van elke klep te vervangen. Wanneer u klepsloten vervangt, moet u ervoor zorgen dat u het klepslot kiest dat precies past bij de klepaandrijving van de desbetreffende motor.