Mistachterlichten
ULO
voor VRACHTWAGEN
Alle resultaten in de categorie Mistachterlichten.
We hebben geen passende resultaten gevonden voor het voertuig Mitsubishi
De juiste verlichting bij mist
Voertuigen met een maximumsnelheid van ten minste 60 km/h die gebouwd zijn na 31 december 1997, moeten zijn uitgerust met mistachterlichten. Hoewel de installatie van mistachterlichten niet verplicht is voor oudere voertuigen, wordt het wel aanbevolen. De rode lichten, die speciaal zijn ontworpen voor mistige weersomstandigheden, leveren namelijk een enorme bijdrage aan de veiligheid op de weg: In tegenstelling tot de normale verlichting van motorvoertuigen zijn ze zeer helder en daardoor zelfs bij dichte mist zichtbaar. Dit betekent dat de auto zelfs bij slecht zicht door het volgverkeer kan worden gezien.
Wat kunt u fout doen met mistachterlichten? (Boetes)
Als mistachterlichten verkeerd worden gebruikt, zijn waarschuwingsboetes zeer snel verschuldigd. Als ze bijvoorbeeld worden ingeschakeld terwijl het zicht ruim boven de 50 meter is, kan de automobilist een waarschuwingsboete van 50 euro krijgen. Nog erger is het als andere weggebruikers in gevaar komen of er zelfs een ongeluk gebeurt, bijvoorbeeld door verblinding van volgende weggebruikers. In dat geval kan de boete snel oplopen tot 150 euro. Het aandoen van de lichten is daarentegen niet verplicht. Rijden bij dichte mist terwijl de mistachterlichten eigenlijk zouden moeten worden geactiveerd, is geen administratieve overtreding of iets dergelijks. Er zijn hier dus geen boetes te vrezen.
Hoe snel mag u rijden met ingeschakelde mistachterlichten?
Als het zicht door mist minder dan 50 meter is, geldt een tweede regeling. Het mistachterlicht mag of moet bij dergelijke weersomstandigheden worden ingeschakeld. Minstens zo belangrijk is echter de maximaal toegestane snelheid van 50 kilometer per uur, die in acht moet worden genomen. Deze snelheid geldt niet alleen bij dichte mist en een zicht van minder dan 50 meter, maar ook bij hevige regen- of sneeuwval, indien deze weersomstandigheden het zicht eveneens op dezelfde wijze beperken. De maximumsnelheid geldt dus in alle gevallen.
Waar en wanneer mogen mistachterlichten worden ingeschakeld?
De mistachterlichten mogen worden ingeschakeld wanneer het zicht door de mist minder dan 50 meter bedraagt. De achterlichten mogen niet worden ingeschakeld als het zicht op dezelfde manier wordt beperkt door regen of sneeuwval, omdat de lichten een licht uitstralen dat ongeveer 12 tot 20 keer sterker is dan dat van conventionele achterlichten. Ze mogen alleen worden gebruikt om het voertuig bij zware mist beter zichtbaar te maken. Overigens hoeven bij voertuigen met aanhangwagens alleen de mistachterlichten op de (laatste) aanhangwagen te branden.
Sinds wanneer is het mistachterlicht verplicht?
Mistachterlichten zijn alleen verplicht voor voertuigen die in 1991 of later voor het eerst zijn geregistreerd. Oudere auto's hoeven niet per se uitgerust te zijn met mistachterlichten. Ze worden echter wel aanbevolen. De extra verlichting kan immers enorm bijdragen tot de veiligheid op de weg in extreme weersomstandigheden. Sommige andere motorvoertuigen, zoals motorfietsen of trekkers, alsmede aanhangwagens met een maximumsnelheid van minder dan 60 kilometer per uur, kunnen met mistachterlichten worden uitgerust, maar hoeven dat niet te zijn. Overigens moeten voertuigen met de achterlichten voorzien zijn van een geel controlelampje als inschakelcontrole in het dashboard, zodat het uitschakelen van de extra verlichting niet wordt vergeten.
Mistachterlichten inbouwen - wat moet u weten?
Mistachterlichten kunnen achteraf worden gemonteerd op voertuigen die vóór 1991 zijn gebouwd als ze nog niet standaard zijn gemonteerd. De aanpassing kan nodig zijn voor voertuigen uit landen die geen extra lichten in de vorm van mistachterlichten hebben. Er zijn geen speciale voorschriften voor het kiezen van de juiste lampen. Het is alleen belangrijk dat de lichten rood zijn, omdat een mistachterlicht alleen rood licht mag uitstralen. Andere kleuren zijn niet toegestaan. Bovendien moeten de achterlichten uiteraard aan de achterzijde van het voertuig zijn aangebracht. Bij montage achteraf moet ook het gele controlelampje in het dashboard worden teruggeplaatst.