Oliepompen
ENGITECH
Alle resultaten in de categorie Oliepompen.
We hebben geen passende resultaten gevonden voor het voertuig Nissan TITAN (A60) 5.6 Flex-Fuel, vermogen: 309 pk/227 kW
Verbrandingsmotoren hebben motorolie nodig voor smering. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot motorschade door metaal-op-metaal wrijving. Als het voertuig in bedrijf is, zorgt de oliepomp in de auto ervoor dat de volumestroom en de systeemdruk in het hele oliecircuit van de auto gelijk blijven. Als slijtdeel kan er een defect optreden in de oliepomp in de auto. In dit geval mag het voertuig niet meer worden gebruikt en moet de sleepdienst worden ingeschakeld. Als het onderdeel niet wordt vervangen, kan dit leiden tot motorschade.
Hoe kunt u de werking van de oliepomp testen - als de motor is verwijderd?
De oliepomp werkt bijna ongemerkt en zit verborgen in de motor. Het is nodig om de motorolie in de kop te pompen en de lagers te smeren, bijvoorbeeld van de nokkenas, het klepmechanisme, etc. Het transporteert ook olie in turboladers zodat deze gekoeld worden, anders bestaat het risico op hitteschade aan de oplader. Verder levert de oliepomp ook de olie aan de oliekoeler, indien nodig, om de motorolie zelf in het juiste of optimale temperatuurbereik te houden. De oliedruk moet ook goed zijn. Een onjuiste oliedruk kan grote motorschade tot gevolg hebben.
De oliepomp bestaat meestal uit twee tandwielen, de rotorbladen. Deze lopen op axiale assen en grijpen in elkaar. Er moeten bepaalde minimumafmetingen in acht worden genomen en de slijtagegrenswaarden mogen niet worden overschreden. Meestal wordt de afstand tussen de tanden en tussen de tandwielen en de behuizing gemeten, evenals de axiale speling. De benodigde meetgegevens zijn te vinden in het garagehandboek of het tabellenboek van de betreffende motor.
Hoe kan een luchtbel die zich in de pomp heeft gevormd, worden weggeduwd?
Voor de meeste motoren in de personenwagensector is het niet nodig om de oliepomp te ontluchten. Er zijn echter motorfietsen waarbij een oliepomp moet worden ontlucht. Ofwel toen de pomp werd vervangen, voordat de motor voor de eerste keer werd opgestart, ofwel wanneer een bestaande olietank werd geleegd. Vaak zijn de pompen voorzien van markeringen die bij elkaar moeten passen. Er is ook een ventilatieleiding of een bijbehorende ventilatieslang. De bijbehorende instructies zijn te vinden in het bijbehorende garagehandboek.
Wat te doen als de oliepomp te weinig / te veel druk opbouwt?
De oliedruk kan worden gemeten via de bijbehorende aansluitingen. Conventionele oliedrukmeters, zoals die verkrijgbaar zijn als voertuigaccessoire, zijn ongeschikt omdat de meetnauwkeurigheid niet gegarandeerd is. Daarom moet een meetinstrument met garage kwaliteit worden gebruikt.
De oorzaken van een onjuiste oliedruk zijn ook heel verschillend. Naast normale slijtage van de oliepomp kan ook een achterstand in onderhoud verantwoordelijk zijn. Bijvoorbeeld als de olie is ververst maar het oliefilter niet of de olieverversing helemaal niet heeft plaatsgevonden. Ook de oliedrukschakelaar kan een defect hebben. Dit is verantwoordelijk voor het regelen van de olieretourstroom. Ook is er de mogelijkheid van verstopte oliekanalen in de cilinderkop. Ook de effecten van de verkeerde motorolie worden onderschat. Dit geldt zowel voor de viscositeit (viscositeitsgraad) als voor de gebruikte motorolie.
Daarom mogen alleen oliën worden gebruikt die zijn goedgekeurd door de fabrikant. De autofabrikanten stellen hiervoor overeenkomstige lijsten met de goedgekeurde oliën ter beschikking. Ook de verkeerde viscositeit in winter of zomer kan doorslaggevend zijn. Bij een ongunstige oliedruk in de oliepomp spelen zoveel factoren een rol. Bij een gedeeltelijk gedemonteerde maar ingebouwde motor (de oliestijgbuis en retourleidingen moeten aangesloten zijn) kan de oliepomp ook extern aangedreven worden, bijvoorbeeld via de omkering naar een boormachine. Maar dat vereist kennis van de motor.
Zijn er nog andere tekenen van een defecte motoroliepomp?
Een defecte oliepomp of een defect in het olietoevoersysteem is niet altijd of uitsluitend aan de hand van de oliedruk te herkennen. Een te hete motorolie kan ook een indicatie zijn dat de pomp is beschadigd. De oliedrukschakelaar moet echter altijd worden gecontroleerd omdat deze, zoals eerder vermeld, verantwoordelijk is voor de retourzending. In het algemeen dient u de oliepomp echter alleen zelf te controleren of eraan te werken als u over de juiste specialistische kennis van het voertuig beschikt. Daarnaast moeten ook de motorspecifieke gegevens beschikbaar zijn. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit al snel leiden tot grote motorschade als gevolg van onvoldoende motorsmering.