- Pusty
- Prijs
Oliepompen PIERBURG voor Volvo voor VRACHTWAGEN
(4 resultaten gevonden)
Verbrandingsmotoren hebben motorolie nodig voor smering. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot motorschade door metaal-op-metaal wrijving. Als het voertuig in bedrijf is, zorgt de oliepomp in de auto ervoor dat de volumestroom en de systeemdruk in het hele oliecircuit van de auto gelijk blijven. Als slijtdeel kan er een defect optreden in de oliepomp in de auto. In dit geval mag het voertuig niet meer worden gebruikt en moet de sleepdienst worden ingeschakeld. Als het onderdeel niet wordt vervangen, kan dit leiden tot motorschade.
Sorry, er zijn geen resultaten gevonden voor uw zoekopdracht.
Neem contact met ons op
Hulp nodig bij het vinden van een product?
Bel: (+31) 85 66 66 766
Hulplijn open: ma-vr 8-20, du & en gesproken
Gebruik de chatroom: Begin een gesprek
Hoe kunt u de werking van de oliepomp testen - als de motor is verwijderd?
De oliepomp bestaat meestal uit twee tandwielen, de rotorbladen. Deze lopen op axiale assen en grijpen in elkaar. Er moeten bepaalde minimumafmetingen in acht worden genomen en de slijtagegrenswaarden mogen niet worden overschreden. Meestal wordt de afstand tussen de tanden en tussen de tandwielen en de behuizing gemeten, evenals de axiale speling. De benodigde meetgegevens zijn te vinden in het garagehandboek of het tabellenboek van de betreffende motor.
Hoe kan een luchtbel die zich in de pomp heeft gevormd, worden weggeduwd?
Wat te doen als de oliepomp te weinig / te veel druk opbouwt?
De oorzaken van een onjuiste oliedruk zijn ook heel verschillend. Naast normale slijtage van de oliepomp kan ook een achterstand in onderhoud verantwoordelijk zijn. Bijvoorbeeld als de olie is ververst maar het oliefilter niet of de olieverversing helemaal niet heeft plaatsgevonden. Ook de oliedrukschakelaar kan een defect hebben. Dit is verantwoordelijk voor het regelen van de olieretourstroom. Ook is er de mogelijkheid van verstopte oliekanalen in de cilinderkop. Ook de effecten van de verkeerde motorolie worden onderschat. Dit geldt zowel voor de viscositeit (viscositeitsgraad) als voor de gebruikte motorolie. Daarom mogen alleen oliën worden gebruikt die zijn goedgekeurd door de fabrikant. De autofabrikanten stellen hiervoor overeenkomstige lijsten met de goedgekeurde oliën ter beschikking. Ook de verkeerde viscositeit in winter of zomer kan doorslaggevend zijn. Bij een ongunstige oliedruk in de oliepomp spelen zoveel factoren een rol. Bij een gedeeltelijk gedemonteerde maar ingebouwde motor (de oliestijgbuis en retourleidingen moeten aangesloten zijn) kan de oliepomp ook extern aangedreven worden, bijvoorbeeld via de omkering naar een boormachine. Maar dat vereist kennis van de motor.